Laarzenpad rond het Naardermeer lopen
Drie keer liep ik het laarzenpad rond het Naardermeer en nog weet ik niet zeker of het gelukt is. Maar zeker weten wordt overschat, dus ik vink item 24 op mijn Klompenlijst af. In dit jaar dat ik 40 word, doe ik mijn best om 60 avonturen af te strepen op die Klompenlijst-voor-één-jaar (one-year bucket list). En uiteraard schrijf ik daar over. Lees mee over mijn falende intuïtie en koters met modder tot hun middel.
Het lijkt misschien knap, drie keer proberen een pad te lopen en nog niet weten of je het hele pad gehad hebt. Maar ik deed het zonder dat het ooit de bedoeling was. Dat ging zo:
Poging 1: onze intuïtie heeft geen GPS
Op de website van Natuurmonumenten vind ik een beschrijving van het pad met duidelijke aanwijzingen voor het vinden van de parkeerplaats. Je kunt ook de volledige route downloaden, maar “Deze wandelroute is gemarkeerd met gele routebordjes”. Die kunnen wij (de echtgenoot, de kleuter en ik) vast volgen zonder download.
Het miezert als we parkeren, maar we zetten door. We lokaliseren het beginbord van het pad en gaan op weg. Laaaaangzaamaan, want de kleuter heeft een stok gevonden waarmee hij in elk gaatje en hoopje wil prikken. We blijven blij, want zie ons ondanks de grijze druil door de blubber stappen.
Ik zie alleen geen gele bordjes, dus loop ik vooruit. Na een paar honderd meter kom ik een afslag naar rechts tegen. Denk ik. Okay, er staat geen geel bordje, maar het is een duidelijk paadje. Het pad rechtdoor is meer de rand van een veld. Dat is vast niet de route.
Dus doe ik een plas achter een bosje en wacht op de stokprikkende peuter en zijn papa. Zij stellen ook geen vragen over het gebrek aan geel bordje bij de afslag, dus we stappen door. En door. En. Door. De bordjes komen niet, dus we volgen zo’n beetje onze intuïtie.
Onze intuïtie blijkt een prutser.
Na een uur staan we in een soort moerasbos naast een plas waar we niet overheen of langs kunnen. We zijn nog niet doorweekt genoeg om dóór het meer te willen, dus we keren om en stampen in omgekeerde volgorde langs het pad van onze prutserige intuitie. Het is mooi geweest. Tijd voor chocolademelk. Met slagroom.
Poging 2: blubber tot hun middel
Dit keer is de kleine vrouw ook mee. Die houdt niet van wandelen, maar ze stapt mee met verrassend weinig gemopper. We blijven rechtdoor lopen waar we de eerste keer rechts gingen en komen nu wél gele pijltjes tegen. Ze wijzen het bos in, met een pad van boomstammen om over te balanceren. Hoe stoer. We gaan lekker, in ganzenmars over de balken.
Dan glijdt de kleuter weg, de blubber in. Hij staat brullend tot zijn liezen in de drek. De echtgenoot heeft kaplaarzen aan en start een koterextractie. Helaas vindt de kleine vrouw het zo spannend dat ze op de balk probeert om te draaien om ook gered te worden. Dat is ongeveer zo succesvol als je zou verwachten. Ze eindigt tot haar middel in de modder.
We vissen ze op en vegen ze af en keren om. Poging twee is gestaakt, tijd voor de douche. En voor chocolademelk. Met slagroom.
Poging 3: duurt 6 km echt zo lang?
Nog steeds vind ik het niet nodig om een volledige routebeschrijving te downloaden. Vorige keer hadden we de gele paaltjes tenslotte prima gevonden.
Het weer is beter dan de vorige keren en het boomstammenpad minder glibberig. Met schone kleren lopen we het bos uit. “Het was eigenlijk makkie kakkie, hè mama?” Helaas lijken de bordjes dan een beetje op. Internet reikt niet tot midden in de de Naardense natuur, dus het lukt niet om de routebeschrijving alsnog te downloaden.
We schakelen dus weer over op intuïtie. We vinden ergens onderweg een bord met een pijl naar een“laarzenpad”. We zien ook mooie dingen en vullen onze longen met frisse lucht. Alleen… zou je vier uur moeten doen over een route van zes kilometer? Zelfs met een prikkleuter in je team vermoed ik van niet. Het laatste stuk laden de echtgenoot en ik allebei een koter op onze nek zodat we tempo kunnen maken om voor het donker weer bij de auto te belanden. Tijd voor chocolademelk. Met slagroom.