Maak een theedoek vochtig, maar niet nat. Knip de verpakking van de loempiavellen helemaal open en peuter het bovenste vel van de stapel. Leg het voor je. Leg de theedoek over de open verpakking zodat de rest van de vellen niet uitdrogen. Zet een klein bakje water klaar.
Schep een paar lepels vulling in een streep op je loempiavel, een centimeter of drie boven de onderkant en met een centimeter of vijf afstand tot elke zijkant. Kijk, zo:
Je instinct is waarschijnlijk om er lekker veel op te scheppen, maar doe rustig aan. De loempia’s rollen en eten lekkerder als ze wat ruimer in het deeg zitten.
Vouw de lege onderste flap stevig over de streep vulling en rol hem een keer om zijn as:
Sla de zijkanten naar binnen:
Zorg de de zijkanten niet terugflappen en rol de loempia verder op:
Stop net voor het einde en maak het laatste deegrandje nat met je vinger. Plak het natte randje tegen de loempia en leg hem met de naad naar onder weg. Tada! Je eerste loempia is af. Herhaal nog een keer of 39.
Als je alle loempia’s hebt gerold, kun je ze bakken. Of vries in wat je niet nodig hebt. Let bij het invriezen op dat je de loempia’s heel losjes naast elkaar legt en niet strak tegen of zelfs op elkaar. Dan krijg je ze namelijk nog maar moeilijk los later.